Wat is zweefvliegen?
Zweefvliegen is vliegen met een vliegtuig zonder motor, maar met behulp van warme opstijgende lucht. Deze ontstaat doordat de zon – via het aardoppervlak – de lucht plaatselijk sterk verwarmt. Dit noemen we thermiek. Een thermiekbel kan je je voorstellen als een warme luchtballon zonder omhulsel.
Afhankelijk van de luchtvochtigheid ontstaat boven deze thermiekbel een cumuluswolk. Dat zijn de typische mooi-weer bloemkoolwolken, die op warme en vochtige dagen ook wel eens kunnen uitgroeien tot onweders.
Technologie
Tot ver in de jaren ’80 hadden de meeste zweefvliegtuigen nog geen elektronische instrumenten. Ondertussen is er heel wat veranderd en beschikt de piloot over een hele reeks moderne hulpmiddelen:
- een radio, die contact met het vliegveld en andere piloten toelaat;
- een vluchtcomputer, die helpt bij de navigatie, alle vluchtparameters vastlegt voor analyse achteraf en het afgelegde traject tijdens wedstrijden bewijst;
- een transponder en/of FLARM, die het zweefvliegtuig zichtbaar maakt voor andere zweefvliegers, de verkeersleiding en de online tracking-systemen op de grond.
Aangezien een zweefvliegtuig geen motor heeft die een generator kan aandrijven, moet alle stroom voorzien worden door batterijen en zonnecellen.
De Sleepstart
Een sleepvliegtuig sleept een zweefvliegtuig met een nylonkabel van 50 meter lengte omhoog. De piloot van het zweefvliegtuig zorgt ervoor dat zijn vliegtuig tijdens het slepen op ongeveer gelijke hoogte als het sleeptoestel vliegt.
Op 500m hoogte is het tijd om los te koppelen. De sleepvlieger signaleert dat door even met zijn vleugels te wiebelen (links-rechts-links), waarna de zweefvlieger ontkoppelt. De twee vliegtuigen vliegen daarna volgens een vast patroon uit elkaar. Het motorvliegtuig maakt een dalende bocht naar links, het zweefvliegtuig maakt een stijgende bocht naar rechts.
De Lierstart
Een lier is een combinatie van een motor met een koppelomvormer en een kabeltrommel. Op de lier zitten 2 of meer staal- of kunststofkabels van 800m tot 1500m. Aan het einde van de kabel is een kabelchute bevestigd. Na het ontkoppelen van de zwever gaat de kabelchute open en kan de lierman de lierkabel op spanning inlieren zodat de kabel netjes om de trommel gewonden wordt.
Bij de start versnelt het zweefvliegtuig in een paar seconden tot 100 kilometer per uur. Vrij snel neemt het vliegtuig een steile hoek van ongeveer 45º aan. Na ongeveer 30 seconden wordt een hoogte van 300 à 400 meter bereikt.
De Zelfstart
Zweefvliegtuigen die uitgerust zijn met een uitklapbare propeller kunnen zonder hulp van buitenaf in de lucht geraken. Net als een motorvliegtuig start het zweefvliegtuig hierdoor zelf vanaf de grond. Eenmaal op de gewenste hoogte zet het zweefvliegtuig de propeller stil en klapt dit terug in. Vindt de zweefvliegpiloot geen thermiek in de buurt dan kan hij de propeller weer uitklappen om een eindje verder opnieuw te proberen.
Wat als er geen thermiek meer is?
Als de piloot zich te ver van het vliegveld waagt en geen thermiek meer kan vinden, is een buitenlanding onvermijdelijk. De piloot kiest dan een geschikt veld uit waar hij zijn toestel veilig aan de grond kan zetten.
Een grondploeg komt dan met een aanhangwagen waarin ze het toestel via de weg terug naar de thuisbasis brengen.
Hoe groen is zweefvliegen?
Enkel tijdens de start moet gebruik gemaakt worden van een motor. De clubs proberen de geluidsoverlast voor de omgeving zoveel mogelijk te beperken door het gebruik van “stille” propellers en geluidsdempers op het sleepvliegtuig. Bij het starten met een lier hoort men helemaal geen geluid buiten het domein van het vliegveld.
Eenmaal boven kan een zweefvliegtuig uren in de lucht blijven en honderden kilometers ver vliegen, enkel gebruik makend van de krachten van de natuur. Met welk ander vervoermiddel kan je meer dan 1000km afleggen met slechts enkele liters benzine?
Zweefvliegen: sport of hobby?
Zweefvliegen is een sport met diverse disciplines.
De meeste piloten leggen zich toe op het afstandsvliegen, waarbij ze zo ver mogelijk proberen te vliegen en daarna terugkeren naar het vliegveld. Via een logger wordt de afgelegde afstand bepaald, en worden aan de vlucht punten toegekend in bijvoorbeeld online wedstrijden zoals de Vlaamse Charron, of de internationale Online Contest.
Er zijn ook regionale of nationale wedstrijden waarbij alle piloten eenzelfde traject wordt opgelegd dat ze zo snel mogelijk moeten afleggen. Toppiloten kunnen ook deelnemen aan een EK of WK.
Daarnaast kan men zich ook toeleggen op luchtacrobatie.
Eens meevliegen of zelf leren vliegen?
Als je geïnteresseerd bent om te leren zweefvliegen, ga dan zeker langs in een club voor een initiatievlucht. Een ervaren instructeur, die achter je zit, zal je laten kennismaken met het zweefvliegen, de instrumenten en de besturing. Je kan zelf ook al eens de stuurknuppel bedienen zodat je echt kan voelen hoe het zweefvliegtuig reageert als je je eerste bochtje maakt!