Zweefvliegen.be gebruikt cookies om je ervaring te verbeteren. Meer info.

Wie kan het leren?

In principe iedereen. De minimumleeftijd om te starten met de opleiding is 14 jaar. Zolang je aan de medische vereisten voldoet, kan je blijven vliegen.

MEDISCHE VEREISTEN

Zweefvliegers moeten voldoen aan de Europese voorschriften inzake medische geschiktheid (“Klasse 2-Verklaring”). Wie gezond en fit is, voldoet hieraan. Het dragen van een bril of lenzen is toegestaan.

Een medische verklaring is echter niet vereist om een oefenververgunning aan te vragen en te starten met de opleiding. Je moet wel over een medische verklaring beschikken voor het uitvoeren van je eerste solovlucht.

De medische onderzoeken worden uitgevoerd door Aero Medical Examiners (AME’s), die erkend zijn door het Directoraat-Generaal Luchtvaart. De clubs kunnen je informeren hoe het onderzoek verloopt en beschikken over een adreslijst.

Wie kan het leren? - Zweefvliegen.be
Hoeveel kost het? - Zweefvliegen.be

Hoeveel kost het?

Met een budget van zo’n €1000 per jaar kom je al een heel eind. Voor de kost van een weekje skivakantie kan je dus al een heel jaar zweefvliegen!

De prijs varieert van club tot club. Je betaalt het jaarlijkse lidgeld en in sommige clubs een bijdrage voor het gebruik van het vliegveld. Ook betaal je nog een bedrag per sleep- of lierstart, en de huur van het zweefvliegtuig. De instructeurs van de Liga zijn gratis.

Daarnaast betaal je een Ligabijdrage voor de collectieve sportverzekering, de administratiekosten voor opleidingen en brevetten, het driemaandelijks tijdschrift “Ligablad”, een tussenkomst in de algemene werking van het landelijk secretariaat en de commissies, en het lidmaatschap van de Koninklijke Belgische Aeroclub.

Zweefvliegen is de meest budgetvriendelijke vliegsport! De verantwoordelijken van de club in jouw buurt kunnen je meer informatie geven over hun tarieven.

Wat met de opleiding?

In principe kan je je zweefvliegopleiding vandaag reeds starten! Je hoeft ook nog geen theorie te volgen om te beginnen vliegen. Na een veiligheidsbriefing zal je instructeur je rondleiden op het vliegveld. Hij zal je ook uitleggen hoe je bij het begin van de vliegdag je toestel klaarmaakt en de dagelijkse inspectie doet.

Dan kunnen de lesvluchten beginnen waarbij je de beginselen van de aerodynamica zelf zal ondervinden. Je leert eerst rechtdoor vliegen, bochten maken, cirkelen in thermiek, enz. Daarbij heb je steeds zelf de stuurknuppel in handen.

Na zo’n 30 tot 50 lesvluchten komt het moment dat de instructeur zegt: “Nu doe je het maar alleen!”, en mag je je eerste solovlucht maken. Dit moment zul je je nog lang herinneren!
Solo vliegen betekent niet dat je al een zweefvlieglicentie krijgt: daarvoor moet je eerst nog slagen voor een theoretisch examen en een afstandsvlucht van 50km maken.

Na het praktisch examen met een Flight Examiner, kan je je zweefvlieglicentie aanvragen. Afhankelijk van de aangevraagde licentie, is die in heel Europa (LAPL(S)), of wereldwijd (SPL) geldig.

Wat met de opleiding? - Zweefvliegen.be

Hoe verloopt de opleiding?

Vind een vliegclub

De meeste beginnende piloten starten in een club dicht bij huis. Elke club heeft echter zijn eigen karakter, dus het kan nooit kwaad om eerst eens op verschillende plaatsen te gaan kijken. De opleidingen gebeuren echter allemaal onder dezelfde opleidingsorganisatie van de Liga van Vlaamse Zweefvliegclubs. Een handig overzicht van de clubs in Vlaanderen vind je hier.

Schrijf je in

Alvorens je aan de opleiding begint moet je volwaardig lid zijn van een club en van de Liga van Vlaamse Zweefvliegclubs. De clubverantwoordelijken geven je uitleg over inschrijvingsprocedure en de typische dagindeling in de club. De vliegdag wordt ’s ochtends gestart met een briefing voor alle piloten en leerlingen, zodat iedereen op de hoogte is van de weersverwachting, luchtruim en aandachtspunten rond de veiligheid.

Start met vliegen

Van zodra je ingeschreven bent bij een club, kan je aan de praktische opleiding beginnen. Je instructeur leert je eerst hoe je een zweefvliegtuig op de grond moet behandelen. Daarna kan je de lucht in voor je eerste lesvluchten. Na elke vlucht vult de instructeur je opleidingsboekje aan.

Eerste solo!

Na 30 tot 50 vluchten maak je je eerste solovluchten. Dit gebeurt steeds onder toezicht van een instructeur. De solovluchten worden afgewisseld met dubbelvluchten om je kennis bij te schaven.

Theorie studeren

Tijdens de wintermaanden kan je aansluiten bij een theoriecursus in één van de clubs. Daar word je gedurende enkele maanden klaargestoomd voor het theoretisch examen zweefvliegen. Het examen wordt georganiseerd door het Directoraat Generaal voor de Luchtvaart in Brussel en is 24 maanden geldig. Dat wil zeggen dat je na dit examen binnen de 24 maanden je praktisch examen dient af te leggen.

Overlandvlucht

Naar het einde van de opleiding toe moet je nog een overlandvlucht maken. Dit is een vlucht waarbij je een vooraf gedefinieerd traject van 50km lang solo moet vliegen, of 100km in een dubbelzit toestel met instructeur.

Praktijkexamen

Wanneer het volledige opleidingsprogramma is afgewerkt, ben je klaar voor het praktijkexamen of de “skill test”. Een Flight Examiner zal je tijdens 1 of 2 vluchten beoordelen. Daarna krijg je je zweefvliegvergunning.

"License to learn"

Eenmaal de vergunning op zak, begint het pas: je mag passagiers meenemen en je kan je eerste FAI brevetten proberen behalen door het maken van duurvluchten, hoogtewinst of afstandsvluchten. Daarna kan je ook deelnemen aan zweefvliegwedstrijden in binnen- en buitenland. Zoek je een andere uitdaging? Dan is vliegen in de bergen of luchtacrobatie misschien iets voor jou!

Begint het al te kriebelen?

Vind een vliegclub!